Kanarie

border

De kanarie (Serinus canaria) is een zangvogel die oorspronkelijk van de Canarische Eilanden afkomstig is, waar hij ook naar genoemd is. Thans komt deze kanariesoort nog altijd in het wild voor op de Canarische Eilanden, de Azoren en Madeira. Vroeger werd hij gebruikt door de mijnwerkers om hen te waarschuwen als er giftige stoffen in de mijn aanwezig waren. Mogelijk komt hier ook de uitdrukking 'van je stokje gaan' vandaan.

De kanarie leeft voornamelijk van kleine zaden, bladknoppen en groene scheuten terwijl tijdens de opfok van de jongen ook graag kleine insecten worden genuttigd. Hij heeft een kleine stevige snavel waarmee hij zaden kan pellen. Het eten van bijvoorbeeld grit helpt bij de vertering hiervan. Ook heeft hij mineralen nodig voor zijn kalkhuishouding.

De in het wild levende soort is wat grauwer dan de meeste gekweekte soorten. Kwekers kweken onder andere op kleur, vorm en op zangkwaliteit. Hierdoor kan men kanaries in vele kleuren aantreffen: rode, gele, witte, bonte, enz. Helderblauwe kanaries bestaan echter niet en een dieprode kleur moet door middel van kleurvoeding op peil worden gehouden. Verder zijn er gekuifde kanaries en kanaries met een afwijkende bouw. Bij de kanaries spreekt men van vier hoofdgroepen die elk weer onderverdeeld zijn in aparte rassen:

Deze soorten worden gefokt om hun kwaliteiten te behouden of juist te kruisen. De zang van de kanarie kan zeer gevarieerd zijn. Het zijn meestal de mannetjes die uitgebreid zingen, vrouwtjes zingen slechts bij hoge uitzondering. De kanarie kan de zang van andere vogels leren. De zang van het mannetje dient met name ter afbakening van het territorium. Het kanarievrouwtje wordt vaak een popje genoemd. Vooral in het voorjaar is het zeer ijverig in de weer met nestmateriaal verzamelen en het bouwen van een nestje. Het zal doorgaans zo'n drie tot vijf eitjes leggen. De kanarie wordt al eeuwen als huisdier gehouden. De eerste afbeelding van een kanarie dateert van 1580 in een Duitse encyclopedie, waarin hij als gedeeltelijk geel en gekuifd vogeltje wordt weergegeven. In 1657 wordt een volledig gele kananrie afgebeeld door een Duitse kunstenaar. Vaak voelt het beestje zich juist in een kooi en op een hoge plek het veiligst. Deze kooi is bij voorkeur niet rond maar rechthoekig. Tijdens de rui is het goed om de vogel extra krachtvoer/eivoer te geven. Een binnenhuis-kanarie kan onder goede omstandigheden ongeveer 12 jaar oud worden.